te zijnen huize 1.0
(zeer formeel; archaïsch; (vooral) geschreven taal)
Algemene voorbeelden
De ontmoeting met Jan Blokker vindt plaats in de ochtenduren ('Ik ben een ochtendmens') te zijnen huize in de Amsterdamse binnenstad. Om hem heen, zover het oog reikt, een overdaad aan ordelijk gerangschikt boekenbezit, waarin de categorie non-fictie domineert.
Zonder iemand tekort te doen heeft R.K.A.V.C. veel te danken aan de eerste voorzitter P. Cox, die ook als keeper heeft bijgedragen aan de successen van R.K.A.V.C. Gedurende meer dan 15 jaar vergaderde het bestuur te zijnen huize en mevr. Cox was hierbij niets teveel.
De statuten werden in 1957, 1959 en 1964 gewijzigd en gaven de volgende veranderingen te zien. Bij de eerste wijziging werd de Stichting een stichting met een algemeen charitatief doel en verviel de verplichting voor de beheerder de collectie te zijnen huize te bewaren.
Op een van die avonden zou er een radio-uitzending zijn van de Symphonie Pathétique van Tsaikovsky, waarvan de heer Strengholt erg hield. Hij sprak er zijn spijt over uit dat er in zijn Larense pension geen radio was. Piet Slikker van Excelsior nodigde hem toen te zijnen huize naar de symphonie te komen luisteren.
Jos Wirken werd bereid gevonden als toto-secretaris op te treden, en te zijnen huize werd de toto administratief verwerkt. Na ongeveer een half jaar vonden deze werkzaamheden bij familie van Kuyk plaats, waar de lotto-toto tot het einde is gehuisvest geweest.
Ik noteerde in gedachten datum en uur: de 16de juni 1982, drie uur na de middag. Op die dag en op dat ogenblik werd te zijnen huize vermoord een man, bijgenaamd de Groene Jager. Na de moord zette de dader zijn wandeling verder alsof er niets gebeurde.